De 'Puttepit' zoals die door plaatselijke bevolking wordt genoemd, heet eigenlijk de Stationsput. Deze put werd destijds gegraven voor de bevoorrading van de stoomtreinen en is intussen uitgegroeid tot een stille recreatieplek waar men kan vissen, wandelen en fietsen. Het is een vijver en gemeentelijk groendomein in Eernegem, een deelgemeente van Ichtegem, provincie West-Vlaanderen.
Een stukje geschiedenis
In 1865 werd de spoorlijn van Torhout naar Oostende aangelegd. De spoorlijn 62, nu gekend als fietsroute onder de naam Groene 62, is ontstaan door het opkomende kusttoerisme in het midden van de 19e eeuw. De stoomtreinen (stoomlocomotief) die in die tijd op "de ijzeren weg" van Oostende naar Torhout reden hadden water nodig. Hierdoor werd in 1870 de Stationsput gegraven.
Bij de oorspronkelijke plannen zou de spoorlijn niet in het dorp van Eernegem passeren. Het valt dan ook op dat de spoorlijn niet recht van Torhout naar Oostende loopt, maar ze maakt in Eernegem een wijde bocht naar de dorpskern. De oorzaak van deze merkwaardige bocht is de 19de-eeuwse vriendjespolitiek.
Al op 28 september 1863 was het traject van deze spoorlijn een bron van discussie in de Eernegemse gemeenteraad. Het was burgemeester Gustave van Sieleghem die het probleem ter sprake bracht. In het oorspronkelijk plan zou de stationsplaats op 2 km van de dorpsplaats aangelegd worden. De burgemeester van Eernegem ging hierover onderhandelen met de minister van openbare werken.
Bij Eernegem station werd de 6 ha grote en 3 m diepe stationsput aangelegd. Via een 16 km lange gietijzeren leiding werd het water van Eernegem naar het eindstation Oostende getransporteerd. Het water in Oostende was zout water, wat de treinen aantastte. Het water in de stationsput van Eernegem was zoet water, was bovendien zeer kalkarm en hierdoor veel geschikter om te gebruiken voor de treinen.
In 1912 besloot men om de stationsput te vergroten. De onderhandelingen voor deze vergroting werden echter stopgezet door de Eerste Wereldoorlog. In 1923 kon men de put toch uitbreiden. De werken duurden tot 1925.
In 1961 werd de treinverbinding Oostende-Torhout afgeschaft. Tien jaar later werd het ondertussen vervallen stationsgebouw door de gemeente aangekocht en afgebroken. Bij het verdwijnen van de spoorlijn 62 was er geen water meer nodig en de put werd dus niet meer gebruikt. In 1986 werd de 16 km lange buis opgegraven en afgevoerd. De stationsput kreeg vanaf dan een nieuwe functie als recreatieoord.
Toen ik vorig jaar in augustus tijdens een soloritje deze oase ontdekte langs de groene 62, heb ik met een ouder koppel uit Eernegem gepraat die daar aan het wandelen waren. Ze gaven me een woordje uitleg over deze 'puttepit' zoals ze hem noemden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruiken ze deze put om kleine vliegtuigjes op te laten landen, zo vertelden ze mij. Ook stonden tijdens W.O. II aan de overkant van de put mitrailleurs opgesteld. De blokhut die hier wat verder staat staat diende tijdens de oorlog om water uit het 'vaartje' te pompen en zo tot in Oostende te stuwen.
De 'puttepit' dankt zijn naam aan de vele kikkers en het lawaai ervan, zo zeiden ze mij ook.
Een selectie van mijn genomen foto's:
De blokhut |
Langs de groene 62 |
Filmpje van de 'Puttepit':
leuke en interessante uitleg over deze site, maar wat ik me afvroeg is of de puttepit destijds al gebaggerd is geweest ?
BeantwoordenVerwijderen