Het kameeltje Annie M.G. Schmidt
Er was een oude koning in een zilveren paleis
hij was heel goed en nobel en zijn baard was lang en grijs .
Nu moet je weten dat die koning een kameeltje had ,
een lief klein wit kameeltje dat gewoonlijk naast hem zat .
Hij nam het mee uit wandelen , zat bij hem op de troon
en alle mensen in het land die vonden het gewoon .
Behalve de koningin , zij kon het niet goed velen ,
ze hield wel van de koning , maar ze hield niet van kamelen .
Toen zei de koning : ‘zit niet altijd zo te vitten ‘
en voortaan moet het lieve dier bij ons aan tafel zitten
Toen zweeg de koningin een poos , ze zuchtte en ze sprak :
‘hier lieve , neem wat appelmoes en neem een bal gehakt ‘
En het kameeltje zat aan tafel met een grote slab en het
kameeltje kreeg ook soep en rijst met bessensap .
En op een goeie ochtend zei de koning welgemoed :
‘ ik wil het kameeltje mee naar bed ‘ vind je dat wel goed ?
‘ Néé ‘ , zei de koningin beslist , nou zit het me tot hier ,
nu hangt het me de keel uit dat verschrikkelijke dier .
‘k Wil wel een teddybeer in bed dat kan me echt niet schelen
en ik wil heus van alles in mijn bed maar geen kameel .
Toen ging de koning schreien en de hele vloer werd nat ,
Hij snikte en hij jammerde : ‘ ik mag ook nooit eens wat ‘
.’Vooruit dan maar, vooruit dan maar ‘ zo zei de koningin ,
nu gaan ze altijd slapen met het kameeltje tussenin .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten