woensdag 29 mei 2013

Mobilisatie 1940


Mobilisatiedagboek van mijn vader

De tekst die ik in het notaboekje heb gevonden laat ik in zijn oorspronkelijke versie, de spelling van die tijd. Mijn vader was toen 21 jaar.

Uit dagboek van mijn vader Julien Coudenys 1940

Soldatenleven’

31 februari 1940:

Intrede bij het leger

Armée Belge

C.R.T./A

Groupement du 3 R/D.T.C.A., 5°Batterij

Limoux, Departement de l’Aude France

(3de regiment, 5de Batterij Te Velde)

 


Nota:

DTCA: Défense terrestre contre aéronefs (De Territoriale Wacht voor Luchtafweer)

10 mei - 28 mei 1940:

De operaties van het Belgische leger zullen de geschiedenis ingaan als de Achttiendaagse Veldtocht

Op 28 mei 1940 capituleert Koning Leopold III

'Begin van de oorlog’


 
Notities van 10 mei 1940 tot 23 augustus 1940

 
vrijdag 10 mei 1940

 
Om 2 ure van den nacht word alarm geblazen en de kazerne ontruimd. Om 4 ure is deze reeds ledig. Duitsland pleegt een inval in België, Nederland en Luxemburg.
Pas een 200 tal minuten en Brussel word reeds gebombardeerd! Iedereen is ten zeerste ontsteld! Die inval was zoo onverwacht!
Om 9 ure komen we toe in Strombeek, 10 km van Brussel en worden gekantonneerd in een brouwerij en van toen af begint onzen miserabelen kruistocht.
Nu pas kunnen we als jonge soldaten een denkbeeld beginnen te krijgen van de gruwelijkheden van den oorlog.
Vandaag zijn we van piket in de kazerne, wat niet plezant is, daar ze ieder oogenblik de kazerne kunnen bombarderen. ’s Nachts zijn we van wacht, de karabijn geladen. ‘k Beef erbij van benauwdheid of van de koude, ik weet het niet! Buiten de gewoonte in sluiten we de poort en houden wacht erbinnen! Reeds denzelfden dag komt een heele batterij terug uiteengeslagen en gevlucht uit de eerste linie, ze konden niets tegen het overgroot getal vliegers die gedurig bombardeerden en mitrailleerden. Naar ze vertelden is het de wreedste dag geweest die er ooit bestaan heeft en misschien nooit meer zal bestaan! Nog gedurig komen er gevluchte soldaten. ’s Noens moeten we terug de kazerne verlaten en weer een 7 km te voet. Als we in Strombeek aankomen vertrekken ze juist naar de statie. We blijven daar nog tot ’s avonds en gaan dan per auto. We hebben nog die chance algelijk!
We komen in de statie en rond 9 ure verlaten we Brussel in een eersteklas beestewagen!
Naderhand vernemen we dat onzen trein werd gebombardeerd, doch we waren juist vertrokken. Na 6 uren in onze wagon geklast te hebben gezeten als haringen worden we om 3 ure in Brugge afgelost en trekken we te voet naar Assebroek.

Assebroek

We kantoneren op een boerderij bij Sys! Daar waren we goed, we aten in de keuken en kregen wat we wilden en het was daar veel geruster dan in Brussel.
Daar sliepen we in de scheure en’t was de eerste keer dat we een uurtje of 5 gerust konden slapen, d’ andere dagen was er van slapen bijna geen sprake.
Vandaag is er niets bijzonders ganschen dag geweest. ’s Avonds van 6 tot 9 mochten we vertrekken en ik miek er gebruik van eens naar huis te gaan. Doch dan hebben we weer eens gesukkeld, daar gekomen was iedereen met pak en zak vertrokken.
Ze waren nog niet ver waar we dan nog een toelange, (1) gansch bezweet moesten blijven zitten, tot we eindelijk rond 11 ure vertrokken met alles wat we hadden bij ons: een ransel en witte zak met de rest van den boel, 't is zwaar als ge het zo een tijd op de rug hangen hebt.
Als we een eind gegaan hadden was ’t rust en daarna terug werden we na zo een uur gaan, stonden we weer op de plaats waar we vertrokken waren, ze kunnen ne mensch toch doen loopen. Dan trokken we weer verder, met een patrouille voorop om niet verrast te worden door spionnen en valschermspringers die in den omtrek rondliepen.
Na zoo een 2 à 3 ure gegaan (t.t.z. gesukkeld) te hebben kwamen we dicht bij de statie waar ’t weer rust was, doch ’t duurde niet lang of iedereen sliep en ’t was de eerste keer van mijn leven dat ik buiten sliep, tegenstaande dat het zomer was had iedereen toch koud!
Daar bleven we dan tot in den namiddag en trokken dan naar de trein waar we nog een uur of 6 inzaten alvorens hij vertrok.

Voetnoot:

1 een tijdlang

 
Zoo begonnen wij aan onze reis naar Frankrijk! In Loppem gekomen moest hij weer staan, waar we toegejuicht werden van de bevolking, die ons drinken en al wat we vroegen bezorgden. De statie daarop stond hij weer in Zedelgem maar ’t was reeds donker, jammer. We passeerden Veldegem in volle duisternis waar ik een briefje door ’t venster wierp, doch ‘k weet niet als het iemand zal gevonden hebben. Dien nacht was van slapen weer niets terechtgekomen, daar ik in Zedelgem afgestapt was en terug binnenkwam als iedereen reeds op zijn plaats was, zodat ik me met een klein plaatsje moest tevreden stellen. Als we ’s morgens ontwaakten stonden we in Rousselare. (1) In den nacht hadden we weer gebombardeerd geweest.
En dan verder alle stappe stoppen , maar dat was niet slecht want overal kregen we ’t een en ’t ander! ’s Avonds stonden we maar 20 km verder . Zoo grochten (2) we toch stilletjes voort, de grenzen over. Nu en dan al zingende.
We passeerden veel vluchtelingen en nieuw opgeroepenen die uit den trein niet kosten (3) en bijna uitgehongert waren ! In Kortrijk gaven wij hen zelfs brood en sardienen die we zelf gekregen hadden. Ze snakten achter een beetje .
Tot hier toe hadden we nog geen tekort gehad, doch wat verder kwam de luitenant ons zeggen van het eten zoveel mogelijk te sparen, daar er bijna geen brood meer te krijgen was en ’t was te zien ook, we kregen bijna geen meer ofwel veel te laat. ’s Avonds van 12 tot 6 ure was ik van wacht. Iedere maal dat de trein stond moesten we eruit en buiten wandelen. En dan weer een eindje in den trein , of we koud hadden moet ge niet vragen.

Voetnoot:

1 Roeselare
2 geraakten
3 konden

Frankrijk

’t Was toch een schoone streek om zien met al die bergen van Bologne voort. We overstaken ook Engelse en Fransche kampen. Deze morgen kregen we weer een klein beetje brood te deelen met vier man, ge kunt peinzen …
Dikwijls hebben we geen water om ons te wasschen ook, dan ziet ge er nog vermoeider uit! Om 2 uren in den namiddag hadden we nog niets van eten gekregen. Dan kregen we een gamelle soep maar ’t meeste was toch water . ’s Avonds kregen we toch petatten, waar ik nog de helft van weggaf, der zat geen beetje smaak in. Er was een boerderij in den omtrek en ze wierd (1) als ’t ware bestormd. Maar als ze durven vragen ze 20 frank voor een brood, groote natuurlijk! De vluchtelingen die met ons meewaren pakten er een portemonneze, en als ze aan den trein kwamen vochten ze ervoor! Zoo vertrokken we en als we wakker werden hadden we de 2den zondag v/d oorlog, en nogmaals was er van naar de mis gaan geen sprake.
Van eten kwam er ook niet veel van terecht ’s morgens. 1/5 van een brood, ’s noens een schep soep en ’s avonds ½ snee brood. Van nu voort zetten we onzen tocht veel rapper door.
Iedereen lag reeds te bed toen we in statie waar brood uitgedeeld werd, was me dat een boeltje! Iedereen trok van een kant en drumden bijna de deur in waar het uitgedeeld werd, juist als verhongerde wolven. Best dat we zo aan wat gegrocht (2)waren want den Maandag was ’t nog magerder dan te voren. ’s Morgens een snee brood en een van die harde koeken, ’s noens en t.t.z. om 2½ uren weer een gamelle soep en ’s avonds een lepel of twee boonen en van gansch den dag nog geen koffie gezien.
Ge hadt het moeten zien als we ergens stonden: iedereen van den trein en alhier of aldaar achter brood. In Trouast waren er Polen die brood en sigaretten gaven, binnen 5 dagen moesten ze terug naar ’t Front. Zoo was er weer een dag voorbij, we sliepen gerust in onzen beestewagen. Ik lag nog goed ’t was juist gelijk een bed. Eerst 2 valiezen en mijn ransel daarop een sarge (3) dubbel, dan men kapot en mein nest en dan nog een groote dweil voor hoofdkussen , een strooizak opgevouden en mijn sjarpe (4) en dan nog een sarge erbovenop! ’s Morgens hadden we toch koffie, een blikske kaas en harde koek. Doch als we nu ergens staan is ook meer brood te krijgen. ’t Is wel kostelijk, maar ja. ’s Noens hadden we ook soep zoo vele of dat we wilden. In Marian St.Yzou stond er nog een trein vluchtelingen die reeds 10 dagen op weg waren. ’s Avonds hadden we rijstpap met tomaten in .Opzij was er een boerderij waar ze wijn verkochten, langshier is het ten vullen (5) in de wijnstreek. En of ze aftrek had…

Voetnoot:

1 werd
2 gekomen
3 deken
4 sjerp
5 volop

Bordeaux

Nu begint het te regenen. Wat verder stonden we weer te Congas sur Pont en 20 km van Bordeaux. Dan vertrekken we en passeren een brug van meer dan 1 km . Hier ziet men niets dan wijnvelden. Juist voor Bordeaux gaan we een tunnel onder voor meer dan 5 minuten en de trein reed nochtans snel door. Voor Bordeaux staat veel volk, is me dat een sport. (1) Voor een kenteken van D.T.C.A krijgt men piepers (2) zooveel als men wil. Woensdagnacht passeerden we Lourdes en wat verder stonden we te midden de Bergen. Velen waren met sneeuw bedekt o.a. de Tourmalet en de Aubisque. Wat verder hebben we Tarbes. Dan gaat het naar Toulouse, dan een statie verder waar we weer een tijdje blijven staan. Een portret hangt boven een huis alsof het toegejuicht werd. Nu rijden we gedurig langs de Bergen, ge ziet niets anders meer. In een statie geraak ik nog gemakkelijk aan een brood of 2. We kregen het van een Fransch soldaat die compassie had met ons. Dan legden w’ons terug te slapen in onze wagon ’t was de laatste dag want als we opstonden moesten we direct vertrekken en weer een 10 tal km te voet. Als het lastig was zoo berg op berg af moet ge niet vragen!

Voetnoot:
1 een gedoe
2 zoenen

Limoux

We kwamen daar toe in een dorp van ‘k u gaan hebben, (1) de straten dienden als four en of het vuil was! Wij lagen nog goed op een soort kasteel in een grootte garage. Een beetje stijf gespannen, maar ja. Van als we toekwamen kregen we wijn zoovele als we wilden. We gingen dan wandelen en trokken eens in de kerk waar ze juist lof deden. Een café was er ook. De man rond de 70 en zijn vrouw ook, ze geraakte er bijna niet wijs uit. Dat was niet gewend van iemand te zien, en Belgisch geld kenden ze ook niet. Dan gingen we eens goed slapen op onzen strooizak op den trein, zeg dat we sliepen na zoo’n week! De Vrijdag was ’t een goede dag. Wat alles in orde doen en uitrusten. ’s Namiddags kregen we tijd om ons eens goed te wasschen. Ik precies niet want ’t was kamerwacht. We leerden hier algauw de menschen kennen, doch om hen te verstaan moest ge zeer opletten en’t ging dan dikwijls nog niet. De Zaterdag was er weer niet veel bezonders.’s Morgens kwam de vieze wachtmeester en alles moest terug herschuurd worden. Voornoens hadden we weer niets te doen en ’s noens kregen we juist 2 sardienen te eten . ’s Namiddags hetzelfde en ik miek er gebruik van de waschte te slaan want van nu voort moet iedereen zijn plan kunnen trekken. ’s Avonds trokken we naar de beek om een bad te nemen. Er waren er zelfs die gansch naakt erin gingen! Dan speelden we wat voetbal en daarna naar het lof en de dag was weer gepasseerd .

Voetnoot:

1 een vuil dorp

zondag 19 mei

De Zondagsdienst is nu ook afgeschaft, maar ’t is precies iedere dag Zondagdienst! Om 10 uur was er mis waar de pastoor ons bedankte en als voorbeeld stelde aan de inwoners om onze talrijke aanwezigheid. Daarna betoonde de soldaten hulde aan het monument van de oorlog, en er een bloemtuil neerlegde. Ik mocht er niet aan deelnemen daar ik geen militaire getten had. Na het noenmaal kregen we terug wijn zelfs zooveel dat ik er wat dronken begon van te worden. Om 3 ure dan begon de vespers waar wederom veel soldaten naartoe gingen. Daarna was er processie, we trokken zoo rond de parochie en dan terug de kerk in waar de pastoor nog een schoone predikatie gaf. ’s Avonds was er dan nog eens paternoster, ze zijn hier nog christelijk! Als we in ’t kantonnement kwamen waren er nog eenige dronken die wat lawaaid mieken. (1) Zoo sliepen we in.

Voetnoot:

1 maakten

maandag 20 mei
Maandag morgens na het appèl was er uitlegging van de wachtdienst. Daarna wat theorie en tegen 3 ure was het uitpakking van alles wat we bezaten.
Met al dat verhuizen was er natuurlijk veel verloren gegaan, er waren er zelfs die gansch hun boeltje kwijt waren! ’s Avonds nogmaals naar ’t lof en den dag was tent.(1)

Voetnoot:

1 ten einde

dinsdag 21 mei

Dinsdag ’t zelfde appèl, daarna adressen opgegeven van gevluchte famillie. Daarna mochten we wat op stap door het dorp loopen en rechtsom doen.
Rond den noen zegde men dat België zich had overgegeven doch nadien scheen het de koning alleen te zijn.Allerlei gezegden kwamen voor de pinnen! Tegen den avond speelden we nog een match voetbal, daarna handbal. Een dag die weer gemakkelijk voorbij was gegaan, lijk (1) de andere. Hoe langer we trentelden hoe beter. Vandaag mochten we ons wat rappen want om 7.15 gingen we patatten jassen . Op het appèl scheen het dat het weer slecht zat want we moesten onze ransel regleeren en maar juist het noodige insteken, zoo licht mogelijk en de rest in de stroozak. Daarna wast speksie (2) in veldtenue.’s Namiddags was ik van wacht, daar ik geen getten hadt, werd ik van piket.
Dan werd er naar vrijwilligers gevraagd om parachutisten op te sporen, daarvoor had ik geen goesting want ze moesten deze levend trachten te vangen en maar schieten wanneer hij geschoten had! Dan deed de wachtmeester wat uiteen over de oorlog. Het werd ons verboden er nog veel over te spreken, bijzonder als ge het niet goed wist. Bij de burgers mochten we ook niet veel gaan. Het regende gansch den dag en zoo bleven we veel binnen. Deze morgen mocht het piket geheel de voornoen (3) patatten jassen en intusschen werd een alerte geblazen om te oefenen.

Voetnoot:

1 zoals
2 inspectie
3 voormiddag

Naar men zei zou Italië nu ook met Duitschland deelnemen, doch ze waren niet begonnen, zeker weer iemand die’t had uitgestoken. In den namiddag was er gymnastique en loopkoers in de bergen. Dat was lastig, en zo gevoelde men dat het voedsel die we kregen te flauw was. In den avond was er een wacht die naar Limoux moest gaan. Zes man en ik was erbij, dat ging per auto. We moesten elk overans (1) 2 uren doen bij de kamion van de batterij die gebombardeerd en gemitrailleerd was, ’t was er slecht aan toe. Het is bijna een wonder dat de chauffeur ongedeerd is gebleven en verscheidene plaatsen in de auto doorboord. Er is er zelfs een die door zijn sjarp ging, zoo dicht was het! ’s Morgens trokken we te voet terug.’s Namiddags kregen we dan toch gansch vrij om te rusten. Van den morgen was het weer ’t zelfde. Na het appèl kregen we dan toch wat theorie over den télemeter den eersten keer sinds het ontstaan van den oorlog. Ik had ook het rapport gevraagd van den docter, ’t was precies niet veel noodig.
Binst (2) de theorie vroeg men deze die fransch spraken, stak ook mijn vinger op en zoo werd ik benoemd als dienstdoende Brigadier. In den achternoen kregen we gelegenheid tot biechten bij de Aalmoezenier in de kerk St.Martin. Daarna las ik wat in een Fransche gazet en ’t is al over onzen koning dat gaat!

Voetnoot:

1 afwisselend
2 gedurende


Hier in Frankrijk zijn ze over onze koning niet te spreken!

Vandaag ziet eruit om een heel goede dag te worden. Om 8 ure was er een mis gedaan door de Aalmoezenier, vele gingen te communie en ik ook. Binst (1) de mis deed hij ook een sermoen die velen de tranen in ‘d oogen deed komen, zelfs van mij ook wat! Als ge zoo aan thuis denkt hé! Tot ’s noens was er niets meer te doen want nu telt Zondagsdienst niet meer.

Voetnoot:

1 gedurende

zondag 26 mei

 
Om 12½ gaf de Koning een radiorede en deed zoo uitschijnen dat de reden van zijn overgave aan Engeland lag, daar ze geen munitie wilden zenden. ’s Avonds nogmaals naar ’t lof en weer was een Zondag voorbij, een heel verschil bij de vroegere Zondagen in tijd van vrede. Vandaag na het appèl deden we een marche t.t.z. een wandeling. Het was toch lastig zoo in die bergen en in die warmte. ‘k Was nog gemakkelijk. ‘k had m’n sluffers aan. Daarna kregen we rust tot 3 ure om ons te waschen en al wat we wilden.
Daarna wat theorie en ’t was weer voorbij. In ’t kantonnement moest ik weer eens van plaats veranderen. Nu lig ik naast de deur. Van den morgen na het appèl wat oefening te voet en de rest theorie. ’s Namiddags van de wacht. Wacht moest ik eigenlijk niet doen, juist alle 2 uur mee gaan om af te lossen. ’s Avonds kwam daar nog een soldaat binnen en ‘k gaf hem mijn stroozak daar het reeds 15 dagen was dat hij ronddoolde. Naar hij zei was hij van Meulebeke, ‘k hoorde het ook seffens aan zijn taal. De ganschen nacht moest ik zoo opblijven om alle 2 uur de wacht af te lossen. ’s Noens werden we afgelost. Dan de achternoen rust. Binst de wacht deed ik mijn haar snijden gansch kaal, alles af ! De stukken, télemeters, luisterposten enz…kwamen ook toe. De anderen hadden weer 2 uren marche.(1)

Voetnoot:

1 mars

 
Naar het schijnt staat Italië op het punt in oorlog te komen samen met Duitschland. We leven gedurig in spanning! Den enen keer zou men klagen en d’ andere zou ge zeggen: dat is zoals ’t wilt: ‘k sliep ’s avonds goed, beter dan ooit tevoren.

vrijdag 7 juni 1940

Na het morgenappèl die nu om 7 ure is, daar we om 5 uur opstaan om ’s noens van 10½ tot 3ure vrij te zijn. Voor de warmte moeten we de therioscopen passeeren, alle drie tereke. (1) ‘k Zag het nogal goed. ’s Namiddags droegen we de télemeters naar een plaats, doch daar stonden ze niet goed en we mochten ze terugdragen, als de tijd maar voorbijgaat. ’s Avonds gingen we vroeg slapen en den zooveelste oorlogsdag was weer gepasseerd! ’s Vrijdagsmorgens na het appèl was er oefening te voet, doch bij wachtmeest Schollaert, bijgenoemd FLUP, was dat een gemakkelijke ding .
Daarna weer door de sterioscopen kijken. Reeds 2 man zijn er zekerlijk uitgevallen die niet genoeg zagen, ’t is zindelijk nu. Er was er ook een die polikamer kreeg en uitbrak en zoo kreeg hij plaats in cachot om trommeling te geven aan een wachtmeester ook mocht hij de krijgsraad passeeren. ’s Namiddags was er weer bad, de dag verliep verder rustig voort.

Voetnoot:

1 tesamen

zaterdag 8 juni 1940

Na het appèl liepen we de parochie rond om piketten te vinden om een soort tafel te maken, doch we vonden er geen. Daarna keken we weer door de sterioscopen, ’t zal ten andere van nu voort ons dagelijks werk zijn. Om 10 ½ was ’t weer gedaan tot 3 ure. Na het appèl vroeg de brigadier 2 man voor borstels te maken van boomstronken. We mieken er een stuk of 7 en ’t was gedaan, we mogen ons toch niet forceren! Vandaag vond in tegenstelling met de anderen zooveel patatten dat we ze bijna niet uitkregen!

 
zondag 9 juni 1940

Vanaf den morgen was ’t weer om 5 u debout! Na ’t appèl trokken we naar oefenplein waar we wat gymnastique mochten doen in den natten en slijken grond, zeker om ons wakker te houden. Om 8 ure was de mis daarvoor werden we vrijgelaten. Daarna om 9½ wandeling in de bergen, daar rusten we wat, en in de terugkeer ging het al zingende door de parochie.’s Namiddags moesten we terug naar bad in de beek, we gingen wat verder en kwamen op fraisen (1) die we maar aftrokken daar ze anders toch slecht zouden komen!
’s Avonds naar ’t lof ’t was te laat gedaan en we stonden de boek op maar werden weer afgeschrift.

Voetnoot:

1 aardbeien

maandag 10 juni 1940

Maandagmorgen had niemand veel goesting om op te staan en iedereen bleef liggen tot de ‘boef’ geblazen werd. Na ’t appèl wat oefening te voet die veeleer op een wandeling trok.En dan weer stappen. ’s Namiddags de wacht op, nochtans waren er die dit nog niet geweest waren, maar ja ’t is den troep! Ditmaal was ’t slecht te doen om de wacht te staan.
Aan de luisterposten kon ik zoo van gansch den nacht geen oog toe doen.
’s Avonds hoorden we in de radio dat Italië ook den oorlog verklaard had aan de Geallieerden. De menschen stonden overal buiten zoals bij ons, en lieten zelfs hooren dat het de schuld was van de Belgen dat Italië in oorlog ging. ’s Avonds moest ik van de Luitenant in alle huizen waar het licht zichtbaar was gaan zeggen van deze zoveel mogelijk te dooven .
Tot den noen waren we van wacht en daarna rust voor de rest van de dag.

woensdag 12 juni1940

Woensdagmorgen waren we weer vroeg uit de veeren. Patattejas en ’t appèl! Daarna oefening te voet recht voor en verander van pas moest ieder op zijn eigen doen en Peleman moest het nog 30 maal doen. Daarna was er weer te ‘toppen’ Ditmaal was ik verslecht ,’t schilde (1) 48 seconden.
Na 10½ ging ik bij de commandant getten vragen en het werd toegestaan. Na het middageten kon iedereen weer een pakje sigaretten krijgen aan 0,90 fr., een heel verschil bij hier 5,15 fr. Dan moesten we onze waschte doen doch in plaats daarvan trokken we wat kersen die langs de beek stonden. ’t Meeste was er reeds af, juist nog de uiteinden. ’s Avonds zei men dat Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland den oorlog aan Italië verklaard hadden en Turkije ook gansch mobiliseerde.

Voetnoot:

1 verschil

donderdag 13 juni 1940

Den donderdag was ’t weer ’t zelfde uitgenomen dat ik naar de patatjes niet moest.’t Regende gedurig, ’t is reeds de derde dag na elkaar. Middellerwijl (1) gingen we met 6 man het stroo gaan kuisen in ’t kantonnement van de oude die weg gegaan waren. We trokken terug en vernamen daar dat we weer van wacht waren, ditmaal niet als dienstdoende Brigadier. ‘k Mocht de wacht op als een ander. Dit was de derde maal in een week tijds. In plaats van alle uren loste de Brigadier, zeker om wat langer gerust te zijn ons maar alle 3 uren af. Vandaag riep Frankrijk af bijna niet meer te kunnen weerstaan aan de aanvallen van Duitschland. Ze vroegen dringende hulp van Amerika en verklaarde zelfs, in geval deze geen hulp boden zich over te geven. Meer dan 3 millioen Duitsche soldaten omringen Parijs.Voor het ogenblik is alles hier stil, ‘k zit hier dicht tegen de beek op een steen. Ge moogt het wel niet doen, maar ’t is toch gemakkelijker. Terwijl ik zoo alleen ben denk wat op ’t huis op Veldegem, ook wel eens aan wat anders. Niet dat we hier slecht zijn, maar er zijn er veel andere die het misschien wel zijn en ’t kan voor ons ook komen.

Voetnoot:

1 ondertussen

vrijdag 14 juni 1940

’s Morgens om 4½ tot 7½ nogmaals de wacht en daarmee was ’t uit. Na den middag weer maar ‘k moest algelijk toppen. ’s Avonds trokken we naar de 2de Batterij, doch onderweg zagen we een kersenboom en zoo gingen we niet verder, we hadden ons werk met kersen te trekken!

 
zaterdag 15 juni 1940

Men zei dat Frankrijk zich waarschijnlijk zou overgeven, wij wachten met spanning op wat zou komen. Voor ons ging het niet verslechteren daar we dan naar huis terug mochten, en iedereen verlangde er reeds naar. Daarom zouden we ons misschien wel niet verbeteren, maar ja. Oost-West thuis best zegt men. Dezen zaterdag en den oorlog blijft voortduren.
Langs de Seine is Parijs ontruimd. Naar het schijnt zit Frankrijk zonder munitie. Na ’t appèl turnen. ‘s Namiddag zijn we van piket. ‘k Had seffens een laken of 10 te wasschen en ’s avonds in de keuken de ketels uitwasschen, maar daarna vulde ik toch mijn doos met smout!
Bruine was eens overgestoken van de 2de batterij.

 
zondag 16 juni 1940

Van den morgen was ’t appèl om 6 uur. De Kolonel had rongekomen en was heel tevreden over de 5debatterij en daarom kregen we een groote gunst van één uur langer te mogen slapen. Na ’t appèl om 8 uur de mis. Ge ziet dat de menschen hier stilletjesaan weer beginnen achter te blijven. Daarna mogen we hout splijten.
Duitschland en President Lebrun willen den vrede teekenen , doch ’t ministerie van Frankrijk weigert nog. Toch blijft de Fransche bevolking en soldaten voor Lebrun. ’s Avonds was ik van wacht bij de luisterposten, daarna deden we patrouille en om 1½ ure weer de wacht, doch al liggende!

maandag 17 juni 1940

Tegen de morgen is de wacht gedaan en we zijn vrij tot ‘noens. Na de middag krijgen we het nieuws dat de oorlog gedaan is en de wapenstilstand geteekend. Doch voor 24 uren zegt men. Hier in Frankrijk is het te zien aan de menschen dat ze er niet gaarne bij zijn. We zullen nu alles moeten doen wat Duitschland wil, zeggen ze nu. Naar men zegt duurt de oorlog tegen Italië toch voort en Engeland zou ook nog in oorlog blijven.
Deze namiddag was ik kamerwacht, we mieken (1) 3 vertrekken bij. Ook werd het verboden in de café te gaan, de Adjudant verdreigde zelfs deze die hij er toch vond 2 maand hier te doen blijven. Door dit nieuws is er weer absoluut niets meer te doen, ze kijken om niets meer blijkbaar.

Voetnoot:

1 maakten

 
Frankrijk zet den oorlog nog voort, Mussolini en Hitler onderhandelen.

 
Gisteren trokken we weer solde: 20 fr. In den namiddag gingen we met 5 man takken kappen voor de vertrekken.’s Avonds soep gegeten met boulletten! Gedurig aan het regenen. ’t Word weer veel gezeeverd over den oorlog. ’s Avonds gaf Hitler een redevoering en de voorwaarden tot grote verwondering van iedereen zou België vergroot worden en waren zijn eischen tamelijk aannemelijk, volgens hij winnaar was toch.

 
woensdag 19 juni 1940

Den woensdag na het appèl spektie in veldtenue. Misschien zullen we in ’t korte vertrekken. Rust tot ’s noens. ‘k Stond aan het cachot, Dejonghe zat er weer in! Hij had reeds verscheidene malen uitgebroken, de deur was nu nochtans goed verzekerd. Maar ja, ’t is troep. Binst de week hadden 6 soldaten een auto aangehouden en de chauffeur bijna doodgeslagen, zo moest de wacht verdubbeld worden: 42 man.

Frankrijk zet de strijd nog gedurig voort.

donderdag 20 juni 1940

 
In den morgen moest iedereen opstaan zelfs deze die van wacht waren geweest. Ook moesten al de karabijnen en wapens alsook kogels ingediend worden, voortaan werd de wacht gedaan zonder karabijn. Waarvoor dit was weet ik tot nu toe nog niet. Ben vanmiddag terug van piket. Maréchal Petain sprak een redevoering uit over de reden van ’t verlies. Deze avond zal ’t waarschijnlijk gansch uitgewezen zijn. Maar ’s avonds was het nog altijd gelijk en ’s anderendaags was alles nog als van tevoren. De Duitsers waren tegenhouden naar Lyon en de Fransche regering is te Bordeaux.
Gedurende de nacht hadden 2 mannen politiekamer gekregen om betrapt te zijn terwijl ze sliepen op wacht. De 9de batterij kwamen langs hier voorbij.

vrijdag 21 juni 1940

’s Namiddags was ik weer van piket en we mochten weer gansch den achternoen hout kappen, zonder alaam! De wacht vroeg weer karabijnen doch 9 uur nadien was ’t weer zonder. Alles werd weer verstrengd en niemand mocht nog de parochie verlaten. ’s Avonds pikte ik wat nageltjes v/d schoemakers en vermiek (1) met wat afval van leer mijn schoenen. Rond 11½ in den avond moesten we patrouille doen om te zien of de wacht niet sliep!

Voetnoot:

1 herstelde

 
zaterdag 22 juni 1940

’s Anderendaags weerom patatten schellen en hout splijten tot ’s noens en de middag van wacht in tegenstelling van de andere Batterijen waar er geen wacht werd gedaan, werd deze hier verdubbeld. Niemand mocht nog de condegar verlaten. Dejonghe had weer gaten in deuren en muren gekapt van zijn cachot. De Luitenanten en nog eenige andere kwamen hier en zoo werd hij er nog weer in ’t cachot gestoken om daarna krijgsraad te passeeren! Doch de wachtmeester gaf hem nog wat vrijen tijd om alles in orde te doen en zijn zakken te leegen en middellerwijl miek hij er gebruik van om weg te loopen. Er word verteld dat we in ’t korte naar huis zullen mogen komen, ’t is nogal klaps: niemand die ’t juist weet zelfs niet als de vreede is getekend of niet.
Deze morgen konden we weer eens niet naar de mis gaan. We stonden juist op wacht. Na de wacht kregen we wat oefening met ’t karabijn. Na den middag was ’t weer aan ’t regenen gegaan voor de rest van de dag.
Er kwamen reeds fransche soldaten terug ook een Luitenant en eerste wachtmeester.

 
Om 11 ure werd de vrede getekend , doch slechts om 5 uur zou de oorlog stopgezet worden.

 
Binst (1) den nacht kon ik bijna geen oog dicht doen van ’t zeer in mijn buik, ‘k moest een keer of drie naar ’t vertrek en dan nog overgeven. Weerom een dag slecht weer in tegenstelling met de warmte die men hier toeschreef. ’t Was eerder kouder dan in België! In den voornoen keken we in de teliscoop naar een vlieger, daarna oefening te voet. ’t Was te zien dat den oorlog op zijn einde was: ze werden weerom te zindelijk en de Brigadier moest er in de rangen ook. ’s Namiddags was ik weer eens van wacht. Iedereen was nieuwsgierig om den uitslag te weten daar Italië nog niet geteekend had. In ’t gesproken dagblad werd gezegd dat alles in orde was en om 4 ure in de morgen 25 juni zou de oorlog voorgoed een einde nemen.
Iedereen was tevreden en bijzonder de onderofficieren want gansch den dag zaten ze te zingen en lawaai te maken.

Voetnoot:

1 gedurende

 
(einde van de oorlog maar nog niet met Engeland en Duitschland, 25 juni 1940)

zondag 23 juni 1940

Rond 11 ure waren ze zelfs zo geestig dat ze ervan in ruzie kwamen. Wachtmeest De Grauwe en Pier de magazijnier grochten (1) nog aan ’t vechten. Onze brigadier van wacht was ook nogal luidruchtig want gansch den nacht hebben we niet kunnen slapen. Hij zat gedurig te zeveren en sprak van iedereen op ’t rapport te brengen. Nadien kwam hij dan ook nog in ruzie met De Grauwe die hem dan ook op ’t rapport bracht. ’s Nachts was de regen zo hevig geweest dat alles overstroomde en de bak wel 25 tot 30 meter breed was. ’t Was als een zondvloed. ’s Namiddags werden we afgelost en den namiddag was dan weer vrij.
‘k Deed een klein waschtje ’s avonds en dan vroeg naar bed.

Voetnoot:

1 begonnen

maandag 24 juni 1940

’s Morgens weer vroeg op en na het appèl gymnastique en dan weer door den sterioscoop kijken. ’ s Namiddags van wacht als gewoonte. Velen beginnen reeds te klagen en ’s avonds mieken we dan ook een lijst met bijna alle aanteekens op voor minder wacht. 1ste 2de en 3de Batterij was er geen wacht meer ook. Doch dit werd afgeroepen en moest voort blijven, zelfs nog strenger! Den donderdagmorgen moesten we zelfs oefening te voet doen.

donderdag 27 juni 1940

Velen loopen weg doch in onze Batterij is er maar één die het gevraagd heeft en gelukt is. In den voormiddag was het toch veranderd en de wacht tot de helft vermindert. Binst ik de wacht stond kwam de 2de Batterij alhier op wandel. ’s Namiddags sliep ik bijna gansch de namiddag en ’s avonds vermiek ik mijn troepschoenen van andere zolen en nog wat anders.
Vluchtelingen die per velo naar huis trokken moesten weer komen en mochten niet door.

vrijdag 28 juni 1940

Vrijdagmorgen was er weer gymnastique, daarna de telemeter naar de hoogte brengen en wat theorie erover. De Jonghe die weggevlucht was had tot in Toulouse geweest, doch daar werd hij teruggestuurd van de Duitsche die nog geen enkele Belg lieten passeeren. Nu mocht hij vrij rondloopen ze wilden hem zelfs in ’t cachot niet meer steken, ’t was toch geen avance! Na’t middagappèl gingen we met eenige schoppen naar de beek om een dam te maken voor te kunnen zwemmen. Maar eer we vertrokken was hij reeds ingestort! In’t winkeltje was er weer chocolade binnen gekomen en ’t werd bestormd, na een uur was alles reeds verkocht en ieder kon maar een pak krijgen nochtans. Vòòr we zullen kunnen vertrekken zal het voorzeker nog een tijdje duren.Velen hadden gedacht van weg te vluchten doch daar De Jonghe nu terug was stak iedereen dat uit zijn hoofd. Vandaag deden we een wandeling , zoo op ’t gemak mogelijk. ‘k Was met 1ewachtmeest ‘Buse’ ’t Was bij een ander zoo goed niet gegaan. Daarna de sterioscoop en ’s namiddags van wacht. Het spreken over naar huis gaan was wat geminderd, ’t werd toch gezegd dat we tegen de 15e moesten in Brussel zijn. ’s Avonds vertelde een wachtmeester dat Engelse troepen terug in Frankrijk kwamen en de Duitsche reeds achteruit geworpen hadden. ’s Nachts binst mijn wacht sliep ik bijna de hele tijd, om 8 ure kreeg ik de gelegenheid naar de mis te gaan. Daarna deed ik mijn laatste uren. De anderen kregen oefening met het karabijn. Alhoewel de oorlog gedaan was, kreeg men toch nog geen Zondagsdienst. Er was sport en zwemmen en na 4½ een voetbalmatch: de gardes tegen de soldaten. De soldaten wonnen met 5-3. Er gebeurde anders niets bezonders. ‘k Geloove dat Duitschland doorgang gevraagd heeft aan Spanje, of het toegelaten is weet ik niet. Ook zegt men dat de Franschen aan de Maginot-linie nog gedurig vechten en van de wapenstilstand nog niet weten .

zaterdag 29 juni 1940

’s Morgens deden we weer een wandeling, daarna door de sterioscoop zien. ’s Namiddags was ’t wederom sport, ‘k speelde mee. We verloren met 8-5. ’t Pleintje was veel te klein. ’s Avonds speelde we tot 9 ure.

 
dinsdag 2 juli 1940

Den dinsdagmorgen deden we terug een wandeling naar de 1e Batterij, doch in plaats van daar te gaan was ’t recht om en we keerden terug. Van naar huis gaan is nog alsan (1) geen spraak! Nu zegt men dat ’t nog tot den 15e zal draaien. Er zijn toch reeds mannen die de treinen mochten gaan afwaschen. Zoo mochten we niet terug daar er van alles op de trein stond, van alles tegen Duitschland! Nu moest dit verandert worden . Dinsdagnamiddag gingen we ons waschen ten ‘k probeerde ook eens te zwemmen , doch ’t ging niet meer. ’s Nachts was ik van wacht aan de luisterposten, in plaats van de hele nacht moesten we iedere twee uur afgelost worden.’s Morgens van rust tot 3 ure, ‘k bleef heel den tijd in mijn bed. Enkel om eten te halen ben ik opgestaan.’s Namiddag na het appèl moesten we de kleeren verzorgen , gansch in orde en daar het weer zoo warm werd moesten we nu ook geen getten meer dragen ook .’s Avonds deden we een wandelingschke, bijna tot de 2e Batterij.

Voetnoot:

1 altijd

donderdag 4 juli 1940

Den donderdagmorgen was ’t weer aan ’t regenen gegaan.

vrijdag 5 juli 1940

Na ’t appel was er weer oefening door de sterioscope! Dan rust tot s’noens. ’s Namiddags van wacht.‘k Stond weer bij de luisterposten, daar ik van maandag voort schoenen vermaakte. ’s Avonds speelden we wat voetbal. Van 10 ½ tot 2½ van wacht. s’Morgens ging ik terug naar ’t schoenkot. In den voormiddag kwam een schoenmaker van de 3deBatterij, ‘k bleef er toch nog.

 
zaterdag 6 juli 1940

We wandelden naar de 1steBatterij. In den voormiddag kwam iedereen om ijzertjes om op te staan. ‘k Was nog bezig aan een paar zolen en tegen s’ noens had ik nog niet gedaan. s’Namiddags zaten anderen aan ’t werk. ’s Avonds was het appèl voor iedereen en las de Luitenant een brief af. Hij zei dat het geen ‘avance’ was om weg te loopen, zoals de wachtmeester die gisteren weggeloopen was, en ook voor de wacht die weer geweigerd had op te treden. Misschien word hij vermindert.

 
zondag 7 juli 1940

Zondagmorgen een oefening te voet. Als we goed marcheerden gedurende een week zou de wacht op 9 man gebracht worden. Daarna wat Fransche lessen en om 10 ure de mis.
Kroop weer in den biechtstoel die mijn gewone plaats geworden was. Den anderen schoenmaker werkt zoo te zeggen gansch den dag. s’ Avonds deden we een wandeling en den dag was weer voorbij.

 
maandag 8 juli 1940

Van nu af ging ik naar geen appèl, nog naar iets anders. Maandagmorgen om 7 ure begonnen we reeds, doch door den een en den ander die kwam ging het niet rap vooruit. ‘k Moest niets anders doen dan zeulen (1) aftrekken. s’ Noens waren en niet meer dan 9 meer van wacht. Dat miek dat anderen maar alle 10 dagen meer moesten van wacht zijn. Ik moest ook geen meer doen.
We begonnen ook maar om 3 ure weer. Er mochten geen schoenen bij ons nog gebracht worden, alleen naar het magazijn. Er waren reeds burgers die vroegen om hun schoenen te vermaken. Alle anderen werkten bij de boeren. Den Dinsdag was het weer hetzelfde ,voor de anderen die drie uur mars en daarna wandelen. Ik kreeg nu ook een leest zodat we goed konden doorwerken.
s’Noens was ’t weer appèl voor iedereen. De Luitenant las weer een brief af over de wacht en ’t naar huis gaan, over deze die de boomen gingen rooien en nog een hele hoop zever. Dan trokken we terug naar ons schoekot. ’t Was bij den vieren en na vijf uur scheiden we uit. Na ’t eten gingen we bij een refuge en vermaakten er zijn schoenen.
Daarna nog wat gaan voetballen op mijn bloote voeten en dan naar ’t lof en den dag was goed.

Voetnoot:

1 zolen

woensdag 10 juli 1940

Den woensdag moesten we op om 5 ure. Niemand mocht langer blijven liggen. Alles ging goed voort, doch we forceerden ons niet. Na den middag moesten we verhuizen naar de parachutisten: daar stonden 6 bedden en voor ons was er bijna geen plaats. We trokken toch ons plan: s’ avonds sliep ik nog in ’t kantonnement.

donderdag 11 juli 1940

Den donderdag moesten we nogmaals verhuizen, we versleten bijna al onze tijd daaraan ! Nu gingen we naar’t magazijn daar zaten we beter.
Na den middag werkten we wat door want er stond veel werk te wachten: nog wel 5 zakken.s’ Avonds en binst (1) den nacht was het zeer koud daar we aan de deur sliepen die s’ nachts openstond, lagen we te bibberen in ons bed. Den vrijdag was ’t schoon weder . De wachtmeesters en Pier waren in een goeden dag! Ze waren bijna al zat, zoo moesten ze op ’t rapport komen, zelfs voor te vechten. Pier nam alles op hem en kreeg 6 dagen politiekamer en daarom dronk hij voort. s’Avonds trok hij er zelfs van onder met pak en zak, degene die bij hem meeging kwam seffens terug. Pier hield het nog uit tot den Zaterdagavond en kwam dan ook terug. Dien dag werd er weer oefening gegeven met ’t karabijn.

Voetnoot:

1 gedurende

zondag 14 juli 1940

De zondag na de mis bracht men hulde aan ’t monument en den 14de juli was het de nationale feestdag van Frankrijk.

maandag 15 juli 1940

s’Namiddags oefening voor morgen. Na ’t eten gingen we eens naar ‘t 13ste van Brugge. ‘k Had hooren zeggen dat daar Veldegemnaars lagen, ‘k vond er zelfs 4 à 5 bekenden van Bergopzoom en van Ruddervoorde een ook één van Gekierens. Om 8 ure kwamen we terug en ’t was een 3 kwart uur gaan.
Den maandag zetten w’ons terug aan ’t werk. Men zei dat de soldij niet zou uitbetaald worden! ’s Namiddags was ’t sportfeest, ‘k deed aan niets mee, juist aan ’t voetbal. We verloren met 8-6. We kregen nog een flesch wijn en de winners een flesch wijn + nog elk een stuk zeep. s’ Nachts kwam Marcel Barbier over van de 2deBatterij.

dinsdag 16 juli 1940

Den dinsdag was er niet veel nieuws.
s’ Namiddags moest iedereen naar den dokter voor een onderzoek, ’t was gauw gedaan. s’ Avonds werkten we nog al lang.
Degenen die bij de boeren werkten kregen maar 5 frank meer en 5 frank voor den troep. Niemand wilde nog gaan.

woensdag 17 juli 1940

Den woensdag was ’t weer veranderd en ze kregen weer 10 frank, toch had bijna niemand geen goest meer om te werken, d’anderen deden s’morgens nog iedere keer een wandeling. s’Namiddags was ’t soldij. In 15 dagen kreeg men 75 frank, 5 frank per dag dus dat was een groote verbetering.
s’ Avonds kwamen de kennissen van‘t 13de, ‘k verkocht hen elk een pak chocolade want ginder konden ze niets meer krijgen.

donderdag 18 juli 1940

Den Donderdag sliep ik weer lang,‘k was bijna te laat voor ’t eten. We vroegen ’t rapport om naar Limoux te gaan, dit werd ons toegestaan en om 3 uren gingen Billiet en ik er van onder. Billiet moest om 2 ure zijn velo weer doen, ‘k had willen een kodak koopen, maar er waren geen meer te krijgen.
s’ Avonds gingen we naar de 1steBatterij, Cremerie was daar in de keuken en ook Kleermaker. ’t Was weer lastig op de vele rijden als ge het zoolang ontwend waart bezonder hier met de Bergen! Berg af moet ge goede freins (1) hebben!

Voetnoot:

1 remmen

vrijdag 19 juli 1940

Den Vrijdagmorgen schreef ik rap een brief naar huis want ’t was noodig, om 8 ure moest hij reeds afgegeven zijn de de Bureau. Daarna gingen we te voet naar Limoux. Twee kameraden uit het magazijn lieten zich fotograferen.
s’ Noens misten we elkander en ‘k ging naar de Statie om te eten van de troep en kwam dan met de vluchtelingen terug. Dat was zoo een 20 km te voet dat ik afgelegd had. Al de anderen waren weg voor gansch den dag.
’s Avonds lei ik nog een zool op mijn velosluffers en daarmee was den dag weer eens ten einde.

zaterdag 20 juli 1940

‘k Ging naar ’t cantonnement lopen, doch daar werd eerst nog wat gespeeld en gemoost! (1) s’ Zaterdags deed ik weeral niet veel, we werden beziggehouden door Frans en Moisson die van alle toeren uitstaken en nog dronken waren reeds van daags te voren! Men zegt ook dat een generaal vertrokken is met 9 millioen, zoodat er misschien geen soldij zou gegeven worden! s’ Namiddags kwamen twee mannen van de 13de en we gingen met Christiaen en Geldhof mee naar N.D. Marceille (2) achter medailles. We moesten de Bergen over voor de kortste weg en dan door d’Aude met een overzetbootje die vast geraakt was aan ketens, er was daar een schoone Kerk en groot! Daarnevens (3) een winkel met alle beelden enz…In den terugkeer gingen we te voet door de stroom, wel 50 meter breed, we zaten er maar tot over onze knieën in. s’ Zondags was er mis om 8 ure daar het Belgisch Nationaal feestdag was predikte de pastoor over België. s’ Namiddags vertrok een ploeg trekkers en loopers naar de 3de B., doch ze konden niet winnen en Filip kwam er zelfs in ruzie. Ik ging naar ‘t 17de, daar speelde tegen 1° B. waaronder Legein en Debacker van Brugge. Tegen de middag kwamen we terug. s’ Avonds zaten alle soldaten tezamen de Westvlaamse Leeuw aan ’t zingen en nog van alles en kon zelfs geen appèl gehouden worden, ieder bleef waar hij was. Diellis en de coiffeur Docks vertrokken ook naar huis.

Voetnoot:

1 gespeeld
2 Notre-Dame-de-Marceille, Basiliek
3 daarnaast


Zondag 21 juli nationale feestdag !

 
maandag 22 juli 1940

Den maandag hielden ze s’ morgens appèl, t’ was om te zeggen dat indien ze goesting hadden ze wel mochten vertrekken en dat niemand hen zou tegenhouden. s’ Noens, daar er geen patatten waren, kregen we boonen! In den namiddag vermiek (1) ik mijn troepschoenen. s’ Avonds sloeg ik op een paar schoenen tappen voor te voetballen. In den avond kwam Becelare van Thourout langsdaar vragen of niemand meeging. ‘k Had hem zelf niet gezien. s’Nachts vertrok Brigadier Fievé , hij wilde een velo pakken en wierd betrapt, de docter gaf hem zelfs nog een slag in ’t gelaat.

Voetnoot:

1 herstelde

 
dinsdag 23 juli 1940

Den dinsdag stonden we op om 6 ½ ure daar de trompet weggenomen was, toch mochten we nu slapen tot 6 ure in plaats van 5 ure. Deze nacht waren weer 7 mannen er vanonder getrokken. Binst den dag vertrokken er nog 3, men begon alle troepgoed te verkoopen. De Garde van de parochie las binst den dag af dat dit streng verboden was, Ons laatste stuk leer was ook op, maar nu sloegen we gedurig tatsen op versleten schoenen.

woensdag 24 juli 1940

S’ Nachts vertrokken 3 mannen die hier elk een velo gekocht hadden: doch tegen den Woensdagmorgen waren ze terug, de Fransche wacht was verdubbeld, een Belgische Kolonel had het hun opgelegd om niemand meer door te laten.

 
donderdag 25 juli 1940

In den voormiddag viel niets meer te melden. Na ’t appèl was er uitbetaling der soldij: 25 fr. Daarna trokken we met een 6 tal man naar N.D. de Marceille. Op de baan naar Limoux kwamen we Boute tegen, terwijl we stonden te klappen kwam een Luitenant de namen vragen. Ik ging stilletjes voort, en wachtte de anderen op. Doch ook zij liepen weg en kwamen bij mij. We liepen voort en 3 konden hen nog verstoppen en wij verder met 3 opgeschrevene! Als wij terug kwamen gingen we  langs de stroom met 2 man samen om steun te hebben, daar het water geweldig was. s'Avonds was er betooging in Limoux om te vertrekken. Den donderdagmorgen schreef ik nogmaals naar huis.
Tot s’ middags werkte ik voort en de anderen gingen wandelen.
s’Namiddags was’t weer mijn toer, ‘k ging zoeken naar rietstokken. s’ Avonds was ’t weer gezang door iedereen. Na 9 ure waren mannen gaan wandelen langs het veld, een boer dacht dat ze gingen pakken en schoot hen, de eene had meer dan 52 zaadjes in hem, de andere had er maar één.

vrijdag 26 juli 1940

Den vrijdag mieken (1) de wachtmeesters die weer dronken stonden , iedereen op tegen die man. Die durfde uit zijn huis niet meer komen,’t was best ook want anders zou iedereen er op gesprongen zijn!
s’ Namiddags kwamen de gendarmen. Wat hij zal krijgen weet ik niet,’t zal misschien niet veel zijn, de eene die geschoten was is naar ’t hospitaal gevoerd .
s’ Avonds was er weer feest, dan trokken ze met de trompet en wachtmeesters voorop en bijna al de soldaten mieken er een echt feest van in tegenwoordigheid van Luitenanten , Adjutanten en wachtmeesters.

Voetnoot:

1 maakten

zaterdag 27 juli 1940

Den zaterdagmorgen was Pier bijna half dood. ’t Was reeds den 4de dag dat hij dronk en ditmaal bleef hij te bed en de docter kwam.
s’ Namiddags was ’t soldij: 25 fr. Na 3 hadden 2 mannen om orders geweest. Ze hadden goed nieuws mee. Vanaf dan zouden treinen beginnen loopen en ten hoogste tegen den 15de zou iedereen hier weg zijn.
’s Avonds kwam Gekiere, ‘k ging dan nog een eind mee ook. Zondag om 8 ure de mis en dan tot ’s middags niets meer. Aanstonds na den boef gingen we naar N.D. de Marceille (1) met vijven. Cremerie en nog eenige van de eerste Batterij waren daar ook. In den terugkeer vonden we een slang en Geldhof bracht ze me. In Pieusse gingen we binnen in een café, dan trokken we weer langs de Aude. We plukten wat fruit, doch we zagen een man achter komen en d’ anderen gingen met schoenen en kousen door d’Aude, ‘k deed nog de mijne uit. ‘k Was toch nat tot aan mijn spriet. Als we thuis kwamen was Demuynck daar ook. De Brigadier verhuisde van bij ons, zoo waren we nog vrijer!

Voetnoot:

1 Notre-Dame-de-Marceille, Basiliek

maandag 29 juli 1940

Vandaag stond ik maar op om 7 ½ ure. Als ik in ’t magazijn kwam waren ze aan ’t kuischen. Alles moest tewege weg, maar ’t was weer geen waar. Daar er geen leer meer was moest ik weer van piket zijn. We moesten eerst naar de baan met de kar om brood en vleesch te halen. Er waren ook 83 paar schoenen. ’s Avonds de bidons kuischen.

dinsdag 30 juli 1940

Den dinsdagmorgen gingen we hout halen. Den baas uit den café reklameerde dat ze al zijn hout namen ook.
In den namiddag had ik weer niets te doen, wat rondloopen en in de schaduw trachten te blijven want de laatste dagen was het hier nogal warm. Ook waren er veel zieke door die geweldige hitte, in de 3de Batterij is er zelfs één dood, en ’t is ook daardoor zegt men.
Alle dagen komen nieuwe orders die iedere keer verschillen, de eene maal gaan we gedemobiliseerd worden en naar huis vertrekken en ’s anderendaags is er al weer niets meer van.

woensdag 31juli 1940

Woensdag gingen we met 2 karren naar Limoux en een 30 mannen om 1500 kilo patattten te halen. In ’t doorgaan namen we de bagage mee van de treinbedienden die reeds gingen vertrekken. In Limoux liepen we wat rond, ik kocht er ook een film die als ik thuis kwam dan ook nog niet op de kodak paste! Daarna waren we achter en haalden de kar maar in na 4 km. Dan mochten we vertrekken, en als we zweten moet ge niet vragen. ’s Namiddags sliep ik wat ‘k had toch niets anders te doen.

donderdag 1 augustus1940

Den donderdagmorgen was er 30 kilo vleesch gepakt uit de keuken. Monsieur van de keuken was er vanonder getrokken en had het voorzeker verkocht. ‘k Ging naar ’t appèl met ’t gedacht iets bijzonders te hooren, doch er werd niets verteld. Men moet zoo weinig mogelijk ongekookt water drinken om de ziekte te vermijden. Er moesten ook weer nieuwe vertrekken gemaakt worden. Naar het schijnt zijn vannacht 10 treinen vertrokken, 3 met treinbedienden en 7 van 1½ tot 20 jaar. ’s Avonds was Monsieur terug, ’t waren al leugens dat men verteld had. ‘k Begon ook een soorte griep te krijgen. ’s Avonds om 11 ure werden de klokken geluid en piket geblazen: er was brand ontstaan. Iedereen, soldaten en burgers waren te been. Zo was ’t rap gedaan algelijk.

vrijdag 2 augustus 1940

Den vrijdag als ik opstond was ik nogal zie, ‘k had overal zeer. Ik bleef slapen, in den voormiddag deed ik wat waste maar ten ging niet goed. De rest sliep ik. ’s Noens was ik bijna te laat voor ’t eten en ‘k deed het dan nog bijna allemaal weg. ’s Namiddags kroop ik terug in bed tot 4 ure, dan was het soldij. We kregen 43 fr. Na ’t eten lei ik me weer te slapen. Gekiere van de 13de Batterij kwam,‘k ging een eindje mee en daarmee was de dag weer gepasseerd.
's Avonds kwam Gekiere, 'k ging  dan nog een eind  mee ook. Zondag om 8 ure de  mis en dan tot 's middags niets meer. Aanstonds na den boef gingen we naar N.D.de Marceille met vijven. Cremerie en nog eenige van de eerste Batterij waren daar ook. In den terugkeer vonden we een slang en Geldhof bracht ze mee. In Pieusse gingen we binnen in een café, dan trokken we weer  langs de Aude. We plukten wat fruit, doch we  zagen een man achter komen en d'anderen gingen met schoenen en kousen door d'Aude, 'k deed nog de mijne uit. 'k Was toch nat tot aan  mijn spriet. Als we thuis kwamen was Demuynck daar ook. De Brigadier verhuisde van bij ons, zoo waren we nog vrijer!


dinsdag 6 augustus 1940

Den dinsdagmorgen gingen we hout halen. Den baas uit den café reklameerde dat ze al zijn hout namen ook.
In den namiddag had ik weer niets te doen, wat rondloopen en in de schaduw trachten te blijven want de laatste dagen was het hier nogal warm. Ook waren er veel zieke door die geweldige hitte in de 3de Batterij is er zelfs een dood, en ’t is ook daardoor zegt men.
Alle dagen komen nieuwe orders die iedere keer verschillen , de eene maal gaan we gedemobiliseerd worden en naar huis vertrekken en ’s anderendaags is er al weer niets meer van .

woensdag 7 augustus 1940

Woensdag gingen we met 2 karren naar Limoux en een 30 mannen om 1500 kilo patatten te halen. In ’t doorgaan namen we de bagage mee van de treinbedienden die reeds gingen vertrekken. In Limoux liepen we wat rond, ik kocht er ook een film die als ik thuis kwam dan ook nog niet op de kodak paste! Daarna waren we achter en haalden de kar maar in na 4 km. Dan mochten we trekken, en als we zweten moet ge niet vragen. ’s Namiddags sliep ik wat ‘k had toch niets anders te doen.

donderdag 8 augustus 1940

 
Den donderdagmorgen was er 30 kilo vleesch gepakt uit de keuken. Monsieur van de keuken was er vanonder getrokken en had het voorzeker verkocht. ‘k Ging naar ’t appèl met ’t gedacht iets bijzonders te hooren, doch er werd niets verteld. Men moet zoo weinig mogelijk ongekookt water drinken om de ziekte te vermijden. Er moesten ook weer nieuwe vertrekken gemaakt worden. Naar het schijnt zijn vannacht 10 treinen vertrokken, 3 met treinbedienden en 7 van 1½ tot 20 jaar.’s Avonds was Monsieur terug, ’t waren al leugens dat men verteld had. Misschien was het slecht geworden en gedolven. Er waren veel zieken ook. ‘k Begon ook een soorte griep te krijgen. ’s Avonds om 11 ure werden de klokken geluid en piket geblazen: er was brand ontstaan.Iedereen, soldaten en burgers waren te been. Zo was ’t rap gedaan algelijk. Den vrijdag als ik opstond was ik nogal ziek, ‘k had overal zeer. Ik bleef lang slapen, in den voormiddag deed ik wat waste maar ten ging niet goed. De rest sliep ik .’s Noens was ik bijna te laat voor ’t eten en ‘k deed het dan nog bijna allemaal weg. ’s Namiddags kroop ik terug in bed tot 4 ure, dan was het soldij. We kregen 43 fr. Na ’t eten lei ik me weer te slapen. Gekiere van de 13de Batterij kwam, ‘k ging een eindje mee en daarmee was de dag weer gepasseerd.

zaterdag 10 augustus 1940

De zaterdagmorgen was ik beter, doch na een tijdje begon het weer. ’s Namiddags naar Limoux om te film te verwisselen. Daar kwam ik bij 5 mannen van de 13de. Deze gingen in bijna alle winkels binnen en terwijl de eene kocht pakte de andere!
We waren nog thuis voor den briefing. Daarna kroop ik in mijn bed,‘k was er moe van.

zondag 11 augustus 1940

Den zondag vroeg ik ’t rapport van de docteur. Na de mis was het visite. Er stonden er wel 50 die den afgang (1) hadden. ’s Namiddags vroeg ik de kodak van Defassé en we gingen naar N.D. de Marceille. Er was de afscheidsredevoering van de soldaten. Als we naar huis gingen speelden we wat in ’t bootje en hielpen er eenige overzetten en trokken dan naar ’t café. Om 9 ure kwamen we thuis, doodmoe. We hadden wel een 25 km afgelegd. Dien nacht sliep ik eens goed, ’k voelde de hardheid niet van mijn stroozak. Ik was van corvée. Alle drie dagen gingen ik, Corteel en Christiaen ’s morgens eten halen, zoo konden we altijd blijven slapen. Ik ging weer naar den dokter. Het werd hier bijna ondraaglijk warm. ’s Namiddags was ’t inspectie van alles wat we bezaten. Dan gaan zwemmen. Later trokken we nog een film aan de luisterposten en in de Bergen. ’s Avonds gingen we gaan wandelen tot 11 ure want ’t was te warm om te slapen. We liepen eens gansch de parochie af en ’t begon te regenen. Den dinsdag vroeg ik terug ’t rapport, doch om te zeggen dat ik genezen was. Ik werd op den bureau geroepen om te vragen om in de mess te zijn van de officieren. Dat deed ik liever niet, ’t was te veel werk daar. We hielden ons bijna de ganschen dag bezig. ’s Avonds gingen we naar ’t café en werden wat dronken, ’k ging naar wc en nam nog een flesch mee van ’t buffet. In ’t campement moest ik nog overgeven ook en kwamen dan bijna in ruzie. Den woensdagmorgen bleef ik lang slapen. De wachtmeester kwam reklameeren dat we achter hout moesten gaan. ‘k Had nog niet gegeten en het was al 9½ . ’s Namiddags schilderde ik de velo van Maurice. Na ’t appèl was ’t soldij :36 fr. Dan ging ik eens gaan kijken naar de zwemmers. ‘k Deed Corteels broekse aan en zwom ook wat.’s Avonds trokken we de rest van de film af. Daarna nog wat kaarten en den zoveelsten dag was ten einde.

Voetnoot:

1 diarree

maandag 12 augustus 1940

Vanmorgen was Corteel van corvée, zoo mocht ik lang blijven slapen. Dan begonnen we weer te kaarten en ’t was voor gansch den voornoen. ’s Namiddags na ’t appèl waren sigaretten te krijgen, kocht er voor Pier ditmaal. Op ’t appèl werd gezegd dat we alle goed die we niet veel nodig hadden moesten ingeven. Er werd ook nog wat gestreden onder het vertrek tegen Stillemans. Daarna ging ik mijn broek waschen en weer eens zwemmen. Gisteren waren weer eenige mannen weg. Dan kaarten we weer, ’t was ons bezonderste werk. ‘k Verloor rap 15 fr. en kroop dan in bed.

vrijdag 16 augustus 1940

De vrijdag was ik van corvée en vandaag was ik kamerwacht. ’s Middags was ik van piket, we moesten naar Limoux om brood en baguetten voor de officieren. ’t Was weer manifestatie in Limoux, daardoor kwamen we maar om 9 ure terug. De manifestatie ging niet door daar de gendarmen iederen tegenhielden, zelfs begonnen ze te slaan.

zaterdag 17 augustus 1940

Den zaterdag morgen waren er 20 mannen er weer vanonder getrokken. In den voormiddag weer een 5. Later begon het te verminderen. Na den middag was er verzameling voor iedereen om zijn livrei te krijgen en gedemobiliseerd te worden. Plus eten en solde voor 15 dagen, maar ze moesten een bewijs indienen dat iemand hen kwam halen. Natuurlijk mieken (1) velen een valsch bewijs. Den zondagvoornoen was ’t een looping naar de bureaux’s om te gaan teekenen. ’s Namiddags kregen ze de livrei en met een 19 man stapten ze het weer af. ’s Avonds kwamen 7 mannen terug achter hun livrei, ook den zondag kon geen enkele militair op den trein meer. Iedereen ging te voet naar Carcasonne. De andere gingen terug weg naar Castelreng.

Voetnoot:

1 maakten

maandag 19 augustus 1940

De maandag waren we nog met 60 mannen, doch binst (1) den dag vertrokken er wel 33, zoo waren er maar 27 meer. De réfuges hielpen eten maken en aten ook mee. Den dinsdag vertrokken er weer 3 en 's namiddags verplichte Stillemans iedereen om te vertrekken. Er waren er maar 10 meer over die hun livrei niet vroegen. 'k Ging eens naar Larogel zien, doch daar had nog niemand geen goeste om te vertrekken.


Voetnoot:

1 gedurende

woensdag 21 augustus 1940

Den woensdag kwam Gekiere zeggen dat Cools met Autobussen zou komen en er was ook een autobus van Thourout. Voor den middag moesten we naar den bureaux . We waren maar met 2 die ons livrei niet gevraagd hadden, ik en Corteel en nu moesten we teekenen willen of niet. We mochten blijven tot zij vertrokken, zij verwachten een auto. ’s Namiddags vertrok de garde en ik ging naar Louragel gaan zien doch de autobus naar Thourout was reeds weg en daarbij die van Veldegem mochten toch niet mee. Cools was nog niet toegekomen ook. Dan gingen we naar de 1ste Batterij. Cremerie vertrok den Donderdagmorgen met een autobus waar hun commandant voor gezorgd had, 150 km tot Bordeaux , ‘k ging teweegen (1) mogen meegaan maar er was geen plaats meer.

Voetnoot:

1 bijna

 
vrijdag 23 augustus 1940

Vandaag is het O.L.Vrouw Hemelvaart, ‘k had het bijna vergeten. Om 8 ure was de mis, er was nog een soldaat of 10. Bij uitzondering van de andere zondagen zat de kerk bijna vol burgers, wat anders niet het geval was. ’s Namiddags vertrokken nog 3 mannen. Ik en Corteel gingen nogmaals gaan zwemmen voor de laatste maal. Het dorp was als gansch dood zonder de soldaten! Den Vrijdagmorgen waren we met 5 mannen. Er was ingebroken in het magazijn en er was bijna niets meer, doch geraakten we nog aan ons rantsoen. Toch hadden we veel meer dan d’andere. ’s Namiddags gaf ik het mijne toch weg, doch ze betaalden en gaven nog een goede wijn mee! ‘k Gaf hen ook nog een ransel die ik ruilde met van alles. We kregen dan nog eten ook want van den troep was niets meer te krijgen, we werden letterlijk weg geschopt! Voor ik doorging kreeg ik nog een doos paté en we moesten nog wijn drinken ook. De mensen hadden compassie met ons en we kregen wat we wilden. Na nogmaals naar ’t caféetje geweest te hebben vertrokken de laatste 5 soldaten van St.Martin. We hadden een dronkaard mee, die liep gedurig weg en weer over de weg. We geraakten toch nog te Cambieure waar Corteel zijn broer lag. Den zaterdag bleven we daar nog. Geen enkele was daar gedemobiliseerd, hier stak het me toch tegen. In St.Martin was ik het goed gewend, een geheel verschil bij hier. ’s Namiddags besloten we dan toch met 3 te vertrekken en zoo trokken we te voet naar de statie. ’t Geluk was met ons en om 9 ure vertrokken we met de trein naar Toulouse. Er kwamen een groepje soldaten die van Toulouse weerkwamen en zegden dat er geen gevaar was, toch gingen we voort. In Toulouse liepen we wat rond. Om 3½ ure vertrokken we weer tot Bordeaux. Om 11½ gingen we verder naar Parijs. Avonds om 10 ure kwamen we daar aan. In tegenstelling met hetgeen er verteld werd mochten we overal gemakkelijk door. Daar moesten we wachten tot 12 ure tot we mee konden met een Duitse congé trein. Om 2 ure in de namiddag kwamen we aan te Brussel. Onderweg zagen we wat de oorlog aangebracht had: overal huizen en fabrieken die plat lagen en afgebrand waren! Om 5½ ure ging de laatste rit naar Brugge daar reed ik mee tot Zedelgem met iemand en dan met Maria’s velo naar huis.

 
Dit was het einde van mijn ongelukkigen vlucht naar Frankrijk die toch nog goed is afgelopen .

 
Coudenys Julien

Brieven naar de ouders en familieleden

mei 1940

Op het ogenblik dat ik U schrijf is het misschien wel nutteloos het te doen daar men hier zegt dat reeds gansch België ingenomen is, toch wil ik het eens proberen, men kan nooit weten. We zijn hier nu reeds bijna een week en ik heb er nog alsan (1) niet aan begonnen , 't was eigenlijk omdat men beweerde dat het toch niet meer zou toekomen. Ge ziet misschien wel dat ik naar Frankrijk ben, doch of we wel toegekomen zijn weet ge algelijk (2) niet, en ge bent toch wel geruster als ge iets weet.
Ik denk zoo dikwijls wat er is met Vader en Moeder, wat gebeurd zou kunnen zijn en met al die thuis zijn en dan Germain, Maurice en Joseph die er reeds inzaten en 'd anderen die misschien ook ergens weg gemoeten zijn. We hooren daarbij dat Duitschland zoo rap vooruit gaat, de een zegt dit en den anderen dat, ge moogt er niet veel op denken ook. Hier is van den oorlog nog niets te hooren, we zijn zoo gerust of we maar kunnen. 't Is lijk (3) op een kasteel dat we zitten en in de
garage. De menschen weten niet wat gedaan om wel te doen. 't Is een zeer kleine parochie, dicht tegen de grenzen van Spanje. Er zijn maar een 160 inwoners. En vuil dat die straten zijn, ze dienen ook als achteruit. (4) Maar dat laat niet dat ze goede wijn hebben en we krijgen er bijna zoveel als we willen, 't zijn hier al druivevelden dat ge ziet.
Maar 'k moet het u nog zeggen of we afgezien hebben onderweg.
Als ik in Assebroek toekwam had ik geen tijd meer om de velo weer te doen en ook wist ik hem niet wonen, hij is voorzeker wel terecht gekomen. 'k Moest me te zeer haasten en iedereen was al weg,, dien nacht hebben we gepekkeld (5) gansch de nacht met geheel den boel op onze rug. Als we ergens stonden legden we ons neer, op 't laatst konden we niet meer en we moesten verder. 's Morgens waren we te Brugge in de Statie, 'k weet niet waar we gansch dien nacht geloopen hadden. In 't begin was 't goed op den trein en bezonder den eersten dag. Hij stond overal stil, in Lophem stond de trein ook heel lang stil en in Veldegem passeerden we als 't donker was.
Maar naderhand verslechte het en als we in Frankrijk waren mogen we zeggen dat we moesten hongerlijden. Ze hadden er niet op gerekend zoolang te moeten reizen. Meer dan 8 dagen zaten we in de trein. Maar ja, was het maar al dat, zodat de oorlog toch kon gedaan zijn tegen dat we alles kunnen. 't Zal nog wel 3 of 4 maanden duren en dat ik dan terug naar huis kan komen. 'k Verlang er al weer zoo naar. Maar Duitschland is zoo sterk en nog te meer door al de spions en 't verraad. 't Is juist daaraan dat ze zoo ver gekomen zijn. De Officieren en Generaals die er zelfs aan deelnemen. 't Kan niet anders hé! Nu, we zullen verdragen wat we kunnen. 't Is dat het zoo moet zijn. 'k Zal trachten wat veel te lezen voor allen en hopen dat God ons misschien wel zal helpen, laat het ons toch hopen dat alles weer in 't beste zal verloopen. Vader, Moeder, geef mij een kruiske van verre. Intussen vergat ik u niet hoe ver ik ook zit. 't Zal hier ook nog naar Yvonne (Franse schoonzus) schrijven, ze zal het misschien eerder ontvangen. Gegroet Vader en Moeder en gansch de familie, tot weerziens als 't God belieft!

Julien Coudenys

voetnoten:

1 altijd
2 eigenlijk
3 tuin
4 gestapt

juni 1940

Eerst en vooral laat ik U weten dat ik nog altijd gaaf en gezond ben, en ik verhoop van U hetzelfde, alsook van gansch de familie en vrienden. Ook dat ik zeer verlang U weer te zien en terug naar Veldegem mag komen.
Nu beste ouders, ik denk dat we nu weldra zullen terug keren en hoop er nog iedereen in volle gezondheid terug te vinden.
Als ge dit zult ontvangen, hoe weinig het ook is, den brief open te laten en zoo weinig mogelijk te schrijven, zult ge toch niet meer moeten vreezen want naar ik hoorde wanen velen ons ginder dood.

Julien Coudenys

juli 1940

Ik heb reeds verschillende brieven geschreven maar voorzeker is er geen enkele toegekomen. Nu denk ik toch dat deze er eens zal geraken, zoo zegt men hier toch. Er werd ons ook gezegd zoo letter (1) mogelijk te schrijven en ze open te laten. Natuurlijk verlang ik zeer om nieuws te weten van thuis en ook om weer te keeren en te zien hoe het daar nog is en er daar naar uit te zien wat er met Germain, Maurice en Joseph (broers van Julien) en d'anderen is, maar daar mag ik niet te veel op denken.

Julien Coudenys

voetnoten:

1 weinig

juli 1940

Zal het dus maar kort houden en wanneer ik naar huis kom, 't zal nu toch niet lang meer duren denk ik, zal ik wel meer weten te zeggen.
Als ge dit ontvangt, hoe weinig het ook is zult ge toch zeker mogen zijn dat ik nog in leven ben, want naar het schijnt wanen velen ons dood, wat geen waar is . Er is zelfs nog geen enkele met een letsel.
Dus beste ouders, broers en zusters, tot in 't korte en de complimenten aan al die ik ken dat ik algauw were zal zijn.

Vader, Moeder , een kruiske vraag ik u van verre.
Uw zoon, genegen groeten,

Julien

augustus 1940

De oorlog is nu reeds zoolang gedaan en we zijn hier nog gedurig in ons dorpje. We zijn het hier al gewend. Ik heb vroeger reeds geschreven, doch naar men zei was 't al geen avance. Nu, gisteren op 't appèl werd er gezegd dat, als we vandaag voor 8 ure schreven, dat de brief voorzeker zou toekomen. Misschien zal er iemand trachten mee door te geraken. Bij mij gaat alles nog heel goed, juist dat we hier al verlangen naar huis te komen, er word al lang van gesproken, maar er komt nooit iets van voort. Ja, Moeder de oorlog heeft niet lang geduurd, maar 't was een harde, van 't hooren zijn er veel Belgen gevallen, en dan denk ik aan Maurice, Joseph en vooral Germain, wat er met hen zou gebeurd zijn, en met al 't anderen.
En Veldegem, daar is toch zeker niets bezonders gebeurd, ik denk het hier toch niet. Misschien zijt U ook ongerust over mij daar ge gehoord hebt hoe zooveel treinen gebombardeerd geweest zijn, en zoveele van de Klas 1940 die ook naar 't front gestuurd geweest zijn, meer dan de helft van hen is nog niet weergekeerd, daarvan zijn we al gespaard gebleven en hebben van den oorlog niet veel gezien.
God zij gedankt. 'k Heb ook het beste gedacht en 'k denk als ik thuis kom van alles nog te zien zoals vroeger. 'k Ben hier nu schoenmaker van de batterij, we zijn met 2, kan nu nog wat leeren ook.
Nu beste ouders, nu zal ik maar uitscheiden, want 't is reeds tijd dat ik de brief indraag, 't is reeds 81/2ure.
Stel het goed en bekommerd U maar niet te veel, nu ge toch weet dat ik nog gaaf en gezond ben, en 't zal voorzeker niet lang meer duren eer we naar huis zullen komen. 't Zal dan weer beter zijn, als er maar niemand in gebleven is. Nu 'k heb er een goed gedacht van.
Vader, Moeder, een kruiske van mij en de complimenten aan iedereen.
Tot in 't korte.

Julien

In zijn 'ransel' zaten:

7 polimutsen
1 paar schoenen
1 overjas
1 paar kousen
1 hemd
1 laken rijbroek
5 riempjes van de ransel
1 kam
1 eenzelvigheidsplaatje met kettingtje
1 laken vest
4 N°3
2 kentekens
1 mes

Er wordt ook melding gemaakt van:

wachtposten
luisterposten
trompet blazen

Hulpdiensten:

Chateauroux
Monbuchon La Châtre
Chatillon sur Indre

Ook nog genoteerd in zijn memorabel notitieboekje:

bij ongeval verwittigen:

Joseph Coudenys, Cordonnier
Place du 39° Régiment N° 2 d'infanterie
Rouen (Fr.)

Nota:

Joseph was gehuwd met een française en woonde al van in 1931 in Rouen (Frankrijk)

Ouders, broers en zussen, schoonbroers en schoonzussen:

Alfons Coudenys - Maria Vandierendonck Veldegem
Georgine Coudenys - Jules Christiaen Oostende
Laurent Coudenys - Juliette Savat St.Kruis
Jeanette Coudenys - Camiel D'Hondt Brugge
Joseph Coudenys - Yvonne Lacherie Rouen
Odile Coudenys - Maria Jacqueloot Zedelgem
Maurice Coudenys - Elza Moeyaert Veldegem
Germain Coudenys - Jeanne Bultynck Veldegem
Julien Coudenys - Maria Maertens Veldegem
Jules Naeyaert - Marie-Thérèse Demuydt Veldegem
(Jules was een pleegkind van Alfons en Maria)

In 1940 waren Julien, Germain en Jules nog niet verloofd of gehuwd.

Nog verscheidene andere namen komen voor in het notitieboekje die ook opgeroepen waren voor de mobilisatie en samen met mijn vader naar Zuid-Frankrijk zijn getrokken.

Firmin Cremmerie Zedelgem
Marcel Barbier Oostkamp
Frans Christiaen Ichtegem
Frans Dupont Ruiselede
Albert Geldhof Vredelaan 14 Heule
Julien Corteel Polderbaan 29 Oostduinkerke
Camiel Billiet Moerkerke
Alfons Bollens Beerse (Turnhout)
Valère Delaere Vladslo
Edmond Derocker Overijse
Julien Depotter Edelare (Oudenaarde)
André Dewaele Wenduine
Michel Fockaert Pittem
Eluek Foucaert Ronse
Raymond Goethals Oedelem
Gaston Neyrinck Woumen
Charles Ongenae Molenstede
Cyriel Thys Beernem
Julien Vanacker Poperinge
Maurice Vandenbruaene Poperinge
Constant Van Dessel Wilrijk
August Van Gent Nieuwerkerke
Corneel Verhoeven Lier
Jerome Verly Vlamertinge
Frans Dupont Ruiselede
Naeyaert Varsenare
Vandecasserie Michel Klaverstraat Veurne

Frans Christiaen van Ichtegem: na een mailtje naar een oud-medestudent van mijn man (mei 2013), ontdekt dat dit een oom is van zijn vrouw. Zo zie je maar hoe velen door omstandigheden tijdelijk verbonden waren.

Adressen van meisjes uit zijn notitieboekje:

Hélène Vanthournout Zedelgem statie
Georgette Tack Zedelgem
Germaine Galle Veldegem
Yolande De Sloovere Zedelgem
Yvonne Vantieghem Veldegem
Simonne Stubbe Zedelgem
Maria Maertens Veldegem (mijn moeder)
Alice Teerlinck Oedelem

Adressen meisjes uit Frankrijk:

Margot Augé St.Martin de Villereglan
Ginette Monnery La Digne d'aval Limoux
Zirette Bardiès St.Martin

Mijn vader was 21 jaar toen hij dit schreef en toen blijkbaar verliefd op 'Hélène':

(nota: mijn vader is later gehuwd met Maria Maertens, ook vernoemd in notitieboekje)

3 juni 1940:

"je vous aime Hélène pour toujours"

14 juni 1940

"Hélène'tje mocht ik u nog terugvinden, dat ge me nog liever ziet dan vroeger!"

Hélène Vanthournout: "blijf mij toch beminnen en getrouw zijn"

10 juni 1940:

Hélène : "I love you, do you love me also"

7 juni 1940:


"Moeder, Vader, broers en zussen een goeden dag allemaal, slaapwel en denk niet te veel aan mij"

13 juni 1940:

"Moeder, we komen gauw weer naar huis"

Anekdootje:

Van Jules Naeyaert gehoord in mei 2013:

Gedurende de periode dat mijn vader te Limoux gestationeerd (1940) was zou hij zich door zijn kompanen hebben laten overhalen om een fles wijn te 'ontvreemden' bij een boer. Hij had daar later zo'n schuldgevoelens over dat hij - toen hij op huwelijksreis te Lourdes in november 1948 - naar deze boer is teruggekeerd om deze een fles wijn te bezorgen!


Attestation
Démobilisé régulièrement le 14 aoùt 1940
A Saint Martin de Villereglan
Le Capitaine-Commandant LIBERT
Commandant le Groupe d'Instruction

 


Mijn vader kon Frans spreken en schrijven daar hij - toen hij 11 jaar was- één jaar in Chimay (Wallonië) heeft gewoond bij familie van hem.

 


Tweede van links: Julien Coudenys
mobilisatie 1940, Frankrijk
Aan vrouwelijk schoon geen gebrek!

 


Liggend: Julien Coudenys

 


Onderaan: Julien Coudenys

 


Militair zakboekje van
Coudenys Julien

Informatie online opgezocht:

De Achtiendaagse Veldtocht 10 mei 1940 –28 mei 1940

Het Belgische leger in Frankrijk

De ongeveer 200.000 militairen die tijdens de veldtocht tijdig werden geëvacueerd naar Frankrijk zouden nog tot het einde van de zomer doelloos in de Midi verblijven. De Belgische regering vluchtte na de Franse capitulatie medio juni naar Londen en lieten de restanten van ons leger aan haar lot over. Met de hulp van het Rode Kruis en de Duitse bezettingsmacht werd bijna iedereen in augustus en september gerepatrieerd. De meesten mochten naar huis. Naar schatting 25.000 militairen werden echter naar de krijgsgevangenkampen doorgestuurd.

Vijf jaar prikkeldraad

Vanaf eind 1940 stuurden de nazi’s de Vlaamse krijgsgevangen miliciens in het kader van de Flamenpolitik terug naar huis. Tienduizenden Waalse dienstplichtigen daarentegen bleven vastgehouden en moesten tegen hun wil tot in 1945 aan de slag in fabrieken en boerderijen doorheen gans Duistland. Het beroepskader werd in de regel naar Duitsland gevoerd en dit voor de duur van de oorlog. De ontbering die hen daarbij ten beurt viel, zou nog talrijke slachtoffers kosten. Bij de val van het naziregime zaten er nog zo’n 69.000 Belgische militairen in Duitse kampen.

Situering dorp Limoux:

Limoux is een gemeente in het Franse departement Aude (regio Languedoc-Roussillon) en maakt deel uit van het arrondissement Limoux.

Plaatsnamen:

o.a.

Marceille
Bordeaux
Carcasonne
Te Limoux: de brug Pont-Neuf
Région : Languedoc-Roussillon
Département: Aude
Bologne
Congas sur Pont
Cambieure
Tourmalet
Aubisque
Tarbes
Toulouse
Kerk St.Martin
Aude (rivier)
Lyon
Parijs
Brussel
Brugge
Thourout
Zedelgem

Wetenswaardigheidje:

Johan Daisne pseudoniem voor Herman Thiery, Vlaams schrijver, dichter, prozaïst, schrijver van toneelstukken, hoorspelen en essays, was gedurende de achttiendaagse veldtocht bij de Duitse inval in mei 1940 verbindingsofficier bij de zware artillerie en gestationeerd te Limoux (Frankrijk) , het boek De trein der traagheid zou hieruit ontsproten zijn.

Johan Daisne Gent 2 september 1912 - Gent 9 augustus 1978

Nota: mijn vader heeft dus veel geluk gehad en kon terugkeren naar België !

Gill Coudenys, dochter van Julien

Om te eindigen een gedicht over de oorlog:

World war

World war, it's something to remember
it's something you can think about for hours
The thing wich I will never know how it was there
it is something that I do not understand
It is something where people died for nothing
why no one sees how needless war is
I just hate
I cry deep in myself for anyone who died in the Great War
And the people of any war has ever been
this is for you, I remember you

Vertaling:

Wereld oorlog

wereld oorlog het is iets om te herinneren
het is iets waar je uren over kunt nadenken
het is iets waarvan ik nooit zal weten hoe het er was
het is iets dat ik niet begrijp
het is iets waar mensen sterven voor niks
waarom ziet niemand hoe onnodig oorlog is
ik haat het gewoon
en ik huil diep in mezelf voor iedereen die stierf in de grote oorlog
en mensen van eender welke oorlog dat ooit is geweest
dit is voor jullie, ik herinner jullie
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 
 
 
 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
:
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 

 
 

 
 
 
 

 
 

 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten